Aandacht voor beroepsaansprakelijkheids- verzekering en de dekking van het uitlooprisico
De NBA en het Verbond van Verzekeraars vragen aandacht voor de dekking van in- en uitlooprisico’s bij beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor accountants. Gebleken is dat er verzekeringen zijn afgesloten die op het gebied van in- en uitlooprisico’s niet voldoen aan de geldende wet- en (beroeps)regelgeving voor accountants.
Naar aanleiding van deze constatering is de NBA in gesprek gegaan met het Verbond van Verzekeraars. Uit het overleg kwam naar voren dat het voor verzekeraars mogelijk is om bij aanvang van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering standaard een dekking van het uitlooprisico overeen te komen, die voldoet aan de eisen die de VAO en de NVKS daaraan stellen. Daarnaast is gebleken dat sommige verzekeraars al standaard polisvoorwaarden aanbieden die aan de eisen van de VAO en de NVKS voldoen.
De NBA en het Verbond van Verzekeraars wijzen op het belang van goed overleg tussen accountants, assurantietussenpersonen en verzekeraars, zodat de dekking goed wordt afgestemd en de verzekering voldoet aan de eisen uit de VAO en/of de NVKS.
Verzekeraars en assurantietussenpersonen zijn mogelijk niet altijd op de hoogte van de voor accountants geldende wet- en (beroeps)regelgeving. Het is de eigen verantwoordelijkheid van een accountant om hieraan te voldoen.
Verplichte dekking van de inloop- en uitlooprisico's
De VAO (artikel 12, lid 1 sub h) en de NVKS (artikel 15 , lid 2, sub f) vereisen dat de inloop- en uitlooprisico’s gedurende ten minste twee jaren zijn gedekt. De NBA stelt dat deze dekking altijd aanwezig moet zijn, met uitzondering van de dekking van het inlooprisico bij een startende accountantspraktijk of accountant, wanneer een accountantspraktijk of accountant dus niet eerder het accountantsberoep heeft uitgevoerd.
Het doel van de verplichte dekking van het uitlooprisico is om ervoor te zorgen dat er na beëindiging van een accountantspraktijk, of na het eindigen van de beroepsuitoefening door een accountant, er gedurende ten minste twee jaren nog dekking is voor aanspraken die voorkomen uit gebeurtenissen die plaatsvonden tijdens het bestaan van de accountantspraktijk, of tijdens de beroepsuitoefening door de accountant.
Om bovenstaande reden, en om te voorkomen dat hetzelfde risico door twee verschillende verzekeringen wordt gedekt, staat het accountants en verzekeraars vrij om overeen te komen dat er geen beroep kan worden gedaan op de dekking van het uitlooprisico. Dit geldt als en voor zover dit risico is ondergebracht bij een andere beroepsaansprakelijkheidsverzekering, die aan de eisen van de VAO en/of de NKVS voldoet en waarin het inlooprisico is gedekt.
Voorbeelden
In geval van een overname of fusie kan ervoor worden gekozen om inlooprisico te verzekeren bij de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de overnemende accountantspraktijk of de accountantspraktijk waarmee gefuseerd wordt. Daarnaast kan ervoor worden gekozen om het uitlooprisico te verzekeren bij de oude verzekeraar. Hierover kan het best contact worden gezocht met de assurantietussenpersoon of makelaar.
In gevallen als staking van de onderneming, pensionering of het overlijden van de verzekerde, neemt geen andere verzekering de dekking van het uitlooprisico over. In die gevallen moet het uitlooprisico dus gedekt zijn op grond van de meest recente beroepsaansprakelijkheidsverzekering.