De Hoge Raad heeft 6 juni 2024 in vervolg op het Kerstarrest 2021 geoordeeld dat in box 3 geen hoger rendement in aanmerking mag worden genomen dan het werkelijk rendement. Het lijkt erop dat deze uitspraak ook voor box 3 spaarders geldt. Tevens valt niet uit te sluiten dat de Hoge Raad in een later stadium nog gaat oordelen dat het rechtzekerheidsbeginsel in het EVRM is geschonden door het achteraf ophogen van het rendementspercentage over 2023 van 0,01% naar 0,92%.

De belangen- en koepelorganisaties -waaronder de NBA- hebben nog overleg met het Ministerie van Financiën om te voorkomen dat voor deze belastingplichtigen individueel bezwaar moet worden aangetekend, wat potentieel kan leiden tot een enorme hoeveelheid (papieren) bezwaarschriften. Dit overleg is op 12 juni a.s.. Wij hopen op een toezegging van het Ministerie, waardoor het indienen van bezwaarschriften hiervoor niet nodig is. De vraag is of op korte termijn dan de rechten van deze groep spaarders daarmee voldoende worden veilig gesteld, aangezien de zeswekentermijn voor een aantal aanslagen binnenkort afloopt. 

Bezwaar aantekenen heeft natuurlijk alleen zin als er daadwerkelijk box 3-heffing is verschuldigd, dus bij meer spaargeld dan het heffingsvrij vermogen (in 2023 € 57.000, het dubbele bij partners) én wanneer het rendement in 2023 lager is geweest dan die 0,92%. Mogelijk is in veel gevallen het fiscale belang om bezwaar aan te tekenen te klein, mede gezien de kosten (van de accountant) die daar tegenover staan.

Als u namens een cliënt bezwaar aantekent tegen een aanslag inkomstenbelasting 2023, vermeld dan op het bezwaar referentiecode 2023BSTG. Gebruik van deze code is niet verplicht, maar dient om het proces bij de Belastingdienst gemakkelijker te laten verlopen.