660 uur

De CSRD vereist dat iemand die voor de Duurzaamheidaantekening in aanmerking wil komen, ten minste acht maanden van de praktijkopleiding besteedt aan Assurancewerkzaamheden bij Duurzaamheidsrapportering en andere hieraan gerelateerde diensten. De CEA heeft dit vertaald naar een urennorm van 660, waarvan ten minste 330 uren moeten worden besteed aan Duurzaamheidsassurance.

Om binnen de praktijkopleiding ook voor de Duurzaamheidsaantekening in aanmerking te komen, gelden de volgende urennormen:

Totaal aantal uren: 3.000

Voorgeschreven uren: 1.500

Niet voorgeschreven uren: 1.500

Jaarrekeningcontrole: minimaal 1.125 uren (75%)

Duurzaamheidsgerelateerde diensten: 330 uren’*

 

Hierop mag het aantal uren >330 uren besteed aan Duurzaamheidsassurance in mindering worden gebracht

Duurzaamheidsassurance: minimaal 330 uren

 

De minimale periode van de praktijkopleiding van drie jaar en het minimaal te verantwoorden aantal uren van 3.000 blijft daarmee gelijk ten opzichte van de ‘reguliere’ praktijkopleiding.

Welke werkzaamheden kwalificeren?

Met name in de beginperiode zullen er nog niet voldoende opdrachten beschikbaar zijn voor alle trainees die voor de aantekening willen afstuderen. In de loop der tijd zullen steeds meer ondernemingen moeten rapporteren over Duurzaamheid, waardoor dit probleem zichzelf oplost.

De werkzaamheden die voor de 330-Assurance-uren-eis kunnen worden ingebracht, kunnen zowel betrekking hebben op de duurzaamheidsspecifieke vaardigheden als op de vaardigheden die zowel voor duurzaamheidsassurance als voor jaarrekeningcontroles nodig zijn. Wel moeten zij zijn uitgevoerd bij opdrachten in het kader van assurance bij duurzaamheidsrapportering. (Generieke) werkzaamheden voor een jaarrekeningcontrole kunnen dus niet meetellen voor het verplichte minimum aantal van 330 uren. Onder de opdrachten die kunnen worden ingebracht vallen wél de standaarden 3410 (CO2 uitstoot), 3810N (Duurzaamheidsverslag) en 3000 (Duurzaamheids KPI’s).

In de aanloop naar de toekomstige situatie zullen ondernemingen bovendien al willen weten of en hoe zij aan de toekomstige eisen (moeten) voldoen en hiervoor in het kader van de reguliere jaarrekeningcontrole opdrachten verlenen aan de externe accountant tot vooronderzoek ten behoeve van assurance bij duurzaamheidsrapportering. Onder bepaalde voorwaarden kwalificeren ook deze werkzaamheden voor de voorgeschreven Duurzaamheidsassurance-uren. Deze voorwaarden zijn dat het moet gaan om (1) werkzaamheden, die worden uitgevoerd door de externe accountant die ook de reguliere assurancewerkzaamheden uit gaat voeren, om (2) werkzaamheden met een controlekarakter die volgens de onafhankelijkheidsregelgeving naast de reguliere werkzaamheden zijn toegestaan en om (3) werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van een opdracht waaraan een schriftelijke bevestiging ten grondslag ligt. Dit type opdrachten zal afnemen naarmate de verschillende categorieën van organisaties voldaan hebben aan de wettelijke duurzaamheidsrapportageverplichting en de geïntegreerde opdracht voor controle van de jaarrekening en de duurzaamheidsrapportering de nieuwe standaard is.

De Raad voor de Praktijkopleidingen heeft na overleg met de CEA en deskundigen op het vakgebied een voorlopige lijst met werkzaamheden die kwalificeren voor de 330 verplichte Assurance-uren opgesteld. De werkzaamheden die zijn gericht op de duurzaamheidsspecifieke vaardigheden (categorie A1 op de lijst) moeten verplicht worden uitgevoerd gedurende de praktijkopleiding. Omdat er nog relatief weinig ervaring is, is er vooralsnog geen minimum aantal uren voorgeschreven in de onderverdeling tussen de verplicht af te dekken ‘duurzaamheidsassurance specifieke werkzaamheden’ en de ‘werkzaamheden voor beide typen van assurance’ in het kader van opdrachten tot Assurance van duurzaamheidsrapportering. Alle specifieke duurzaamheidsassurance activiteiten moeten met wel enige substance zijn afgedekt. De nog op te bouwen ervaringscijfers worden onder meer verkregen doordat trainees, die voor de aantekening in aanmerking willen komen, in de ELO verplicht moeten rapporteren over deze werkzaamheden door middel van een verantwoordingstabel. Deze verantwoordingstabel is vanaf 1 november 2024 in de ELO beschikbaar.

Duurzaamheid en het slotexamen

Het geïntegreerd slotexamen wordt afgenomen op basis van het opgebouwde portfolio, de presentatie bij aanvang van het examen en de actualiteit. Voldoe je aan de ureneisen voor Duurzaamheid en heb je deze op de juiste manier in de ELO verantwoord? Dan kun je vanaf dit najaar al voor de aantekening afstuderen. Je wordt dan vrijgesteld van de PE-verplichting die geldt voor degenen die vóór 1 januari 2026 afstuderen of zijn afgestudeerd. Tijdens je examen word je diepgaand over het onderwerp bevraagd.

Ook als je niet voor de aantekening kunt of wil afstuderen kan het onderwerp in je examen aan de orde komen. Dit gebeurt dan uitsluitend naar aanleiding van de door jou beschreven casuïstiek in je portfolio of de actualiteit. De toetsing is in dit geval minder diepgaand. Het meer algemene accountantsperspectief is leidend.

Duurzaamheid ná afstuderen

Afstuderen voor de Duurzaamheidsaantekening is een keuze, ook na 1 januari 2026. Wil je na je afstuderen op een later moment alsnog voor de aantekening in aanmerking komen en val je niet in de PE-overgangsregeling, dan kan dat. Je moet door middel van de verantwoordingstabel dan wel aantonen aan de 660-uren eis te voldoen en mede op basis daarvan een examen afleggen.

Geen overgangsregeling

De huidige wettekst biedt geen ruimte voor een overgangsregeling voor trainees die de datum 1 januari 2026 van afstuderen net niet halen. Als je bijvoorbeeld bent gezakt in 2025 en na 1 januari 2026 gaat herkansen moet je aan de hier genoemde (uren)eisen voldoen om voor de aantekening te kunnen afstuderen.

We raden daarom iedereen aan om indien mogelijk het examen ruim vóór 1 januari 2026 te plannen en om daarnaast alle uren die je besteedt aan relevante werkzaamheden te registreren in de hiervoor per 1 november dit jaar beschikbaar gestelde tabel in de ELO.

En voor alle duidelijkheid: als je wél voor 1 januari 2026 afstudeert zonder dat je aan de praktijkopleidingseisen (eindtermen) voor de Duurzaamheidsaantekening voldoet, dan moet je alsnog aan bepaalde PE-verplichtingen voldoen om je nadien ‘bekwaam’ te mogen noemen.