Woningcorporaties
Sociale huur, professioneel bestuur
Sinds de Parlementaire Enquête Woningcorporaties en de wijziging van de Woningwet in 2015 is de wereld voor woningcorporaties (verder: corporaties) ingrijpend veranderd. De belangrijkste wijziging is de verplichte scheiding tussen hun kerntaken en commerciële activiteiten. Daarnaast wordt het beleid van corporaties steeds meer decentraal bepaald, via de jaarlijkse prestatieafspraken met gemeenten en huurdersorganisaties. Tenslotte neemt de concurrentie van buiten de sector toe.
Deze veranderde omgeving vraagt corporaties om een herijking van hun strategie en om een omslag in denken en doen. Dat is de belangrijkste boodschap van de in juni 2017 verschenen publieke managementletter (PML) van de NBA met als titel 'Sociale huur, professioneel bestuur'.
Vijf signalen en aanbevelingen
In de PML staan vijf signalen centraal:
- Strategie volop in de steigers
- Risicomanagement nog werk in uitvoering
- Opeenstapeling in verantwoording en controle
- Data even belangrijk als stenen
- Bestuurlijke verantwoording onderbenut
Maatschappelijke inzet, professionele vastgoedsturing, optimalisatie van kasstromen en samenwerking met andere partijen worden cruciaal. Risicomanagement vormt een belangrijk beheersinstrument voor corporaties. Corporaties moeten aandacht hebben voor maatschappelijke risico's en de kwaliteit van hun informatie. De eisen voor verantwoording en controle zijn de laatste jaren toegenomen; stroomlijning en focus op de toekomst kunnen hierbij helpen. Databeheer en dataverwerking behoren steeds meer tot de kern van de bedrijfsvoering, terwijl de risico's van cyber crime toenemen. Al deze ontwikkelingen vragen om een transparante bestuurlijke verantwoording en een bijpassende rol van de accountant.
Elk signaal leidt tot een bijbehorende aanbeveling:
- Herijk de strategie en het sturingsmodel
- Verbeter de kwaliteit van het risicomanagement
- Stroomlijn het verantwoordingsproces
- Zorg voor een robuust IT-systeem
- Naar een transparante maatschappelijke verantwoording.
Een nieuwe realiteit
Corporaties (officieel: toegelaten instellingen) zijn private rechtspersonen die zijn belast met een publieke taak. Ze dienen ervoor te zorgen dat mensen met een laag inkomen kwalitatief goed en betaalbaar kunnen wonen. In 2017 waren er 351 corporaties actief, die ongeveer 2,4 miljoen sociale huurwoningen (verhuureenheden) beheerden. Dit was afgerond 31 procent van de totale woonvoorraad in Nederland (7,7 miljoen woningen). Volgens de sectorbalans 2015 bedroeg de marktwaarde van het vastgoed 243 miljard euro. Tussen corporaties bestaan grote verschillen in omvang en aantal woningen: 63 procent van de corporaties bezit niet meer dan 5.000 woningen, terwijl slechts 5 corporaties in Nederland meer dan 50.000 woningen in hun bezit hebben.
Sinds de Parlementaire Enquête Woningcorporaties en de wijziging van de Woningwet in 2015 is de wereld voor corporaties ingrijpend veranderd. De belangrijkste wijziging is de verplichte scheiding tussen hun kerntaken en commerciële activiteiten. Daarnaast wordt het beleid van corporaties steeds meer decentraal bepaald, via de jaarlijkse prestatieafspraken met gemeenten en huurdersorganisaties. Tenslotte neemt de concurrentie van buiten de sector toe.
Corporaties moeten hun blik weer meer naar buiten richten, op het zo goed mogelijk bedienen van hun primaire klanten, de huurders. Dit brengt diverse vragen op strategisch en operationeel niveau met zich mee. Wat wordt het sturingsmodel na de afsplitsing van de niet-DAEB activiteiten? Welke vorm van risicomanagement past hierbij het beste? Stakeholders worden steeds veeleisender en rekenen meer af op kwaliteit en efficiency. Het woningbeleid wordt in toenemende mate decentraal bepaald, bij de gemeenten. Wat zijn de effecten hiervan voor de strategie en de verslaggeving naar de buitenwereld? Hoe moet worden omgegaan met IT, dataprivacy en de digitalisering van de informatiestromen? En tenslotte, hoe kan de accountant in deze nieuwe realiteit de gewenste toegevoegde waarde leveren?