KiPZ 2023

COPRO heeft de Accountantsprotocollen behorend bij de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020-2022 van het ministerie van VWS beoordeeld.

Dit Accountantsprotocol is op maat gemaakt voor de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020-2022 en is alleen van toepassing op het subsidiejaar 2023.

Het betreft het volgende product, genoemd in de regeling artikel 1: controleverklaring bij financieel verslag In dit accountantsprotocol worden twee opties gepresenteerd: een te hanteren spoor voor de verantwoording op basis van werkelijke kosten (Spoor 1) en een te hanteren spoor voor de verantwoording op basis van het standaard uurtarief (Spoor 2). Het is aan de instelling om te kiezen voor één van deze twee opties

Voor het subsidiejaar 2020-2022 geldt een ander protocol dat beschikbaar is op de website van DUS-I en NBA. (Copro 20069D4).

In dit protocol is rekening gehouden met de Schrijfwijzer Accountantsprotocollen 2017 van de NBA.

Oordeel COPRO (22067 - 15 november 2022)

Copro heeft als oordeel dat het Accountantsprotocol KIPZ 2023 uitvoerbaar is.

Addendum KiPZ 2023

Naar aanleiding van vragen uit het veld, zowel van accountants als organisaties die KiPZ-subsidie ontvangen, is in overleg met het ministerie van VWS een nadere verduidelijking gekomen op het accountantsprotocol KiPZ 2023 inzake controle van verantwoorde uren.  
 
De accountant dient voldoende en geschikte controle informatie te verkrijgen om de juistheid van verantwoorde uren van de deelnemers, interne opleiders en interne adviseurs vast te kunnen stellen. De accountant bepaalt zelf, op basis van onder andere zijn risicoanalyse, hoe hij zijn controle inricht en op welke wijze hij voldoende en geschikte controle informatie verzamelt. Hij zal in dit kader nagaan of de (controle)informatie genoemd in de opties voldoende betrouwbaar is voor het doel van de controle en of deze de vereiste informatie kan geven. Afhankelijk daarvan bepaalt hij of hij aanvullende werkzaamheden dient te verrichten.
 
Bij de uitvoering van zijn controleopdracht kan de accountant gebruik maken van beschikbare informatie zoals bijvoorbeeld rooster- of leer/managementsystemen. Indien er aanwijzingen zijn vanuit de jaarrekeningcontrole of andere onderzoeken dat niet gesteund kan worden op informatie uit deze systemen, dan dient de accountant de betrouwbaarheid van deze informatie vast te stellen.  Hieronder is dit globaal uitgewerkt voor de beschreven opties. De accountant dient per casus vast te stellen of dit toereikend is en of er geen aanvullende werkzaamheden c.q. aanvullend bewijsmateriaal benodigd is/zijn.
 
1. Voor de beschreven optie 1. Indien uren voortkomen uit een (geautomatiseerd) urenregistratiesysteem dient er sprake te zijn van een toetsbaar op orde zijnde beheer van dit registratiesysteem zodat de registratie van tijd en autorisatie te volgen is. Voor de beschreven optie 1 geldt dat indien gebruik gemaakt wordt van presentielijsten is registratie van medewerker zelf niet voldoende en zal ook de opleider zelf de aanwezigheid dienen te bevestigen c.q. zichtbaar te autoriseren.
 
2. Voor de beschreven optie 2. Het gebruik maken van een intern roostersysteem, leer managementsysteem of cursusprogramma/curriculum, of portfolio aansluitend op of blijkend uit LMS geldt dat er sprake is van een toetsbaar op orde zijnde beheer van dit registratiesysteem zodat de registratie van tijd en autorisatie te volgen is.

open document in nieuw tabblad