Opschrift

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Gelet op de artikelen 3, onderdeel a, 5, eerste lid, 19, eerste en derde lid, en 30, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • CPB: Centraal Planbureau, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet voorbereiding van de vaststelling van een Centraal Economisch Plan;

  • kennistoets: onderzoek waarbij het bestuur in het kader van de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant, zijn kennis over een bepaald kennisgebied of onderwerp toetst;

  • organisatie: onderneming of een instelling, een accountantspraktijk en een accountantsafdeling daaronder begrepen.

Artikel 2
  1. Het bestuur kan het met goed gevolg afleggen van een kennistoets verplicht stellen.

  2. Het bestuur bepaalt aan welke accountants de verplichting, bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd. (Zie T2)

Artikel 3
  1. Het bestuur kan op aanvraag een organisatie aanwijzen voor het afnemen van een kennistoets.

  2. Een organisatie kan uitsluitend een kennistoets afnemen op basis van vragen welke door het bestuur ter beschikking zijn gesteld.

  3. Onverminderd de toepassing van het tweede lid, verbindt het bestuur voorwaarden aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing en maakt afspraken over de daaraan verbonden kosten. (Zie T3)

Artikel 4
  1. Het bestuur kan een klacht indienen bij de accountantskamer indien de accountant niet aan het bepaalde in artikel 2 voldoet.

  2. Alvorens een klacht wordt ingediend, stelt het bestuur de accountant een termijn om alsnog aan het bepaalde in artikel 2 te voldoen. (Zie T4)

Artikel 5
  1. Het bestuur brengt aan de accountant die een door het bestuur aangeboden kennistoets aflegt, een tarief in rekening voor het afleggen van een kennistoets.

  2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste € 125,-.

  3. Indien een accountant een door het bestuur aangeboden kennistoets aflegt in een omgeving waarin bijzondere waarborgen zijn getroffen gericht op de voorkoming van een handelen of nalaten dat de vorming van een juist oordeel over de kennis waarover de accountant met de kennistoets wordt bevraagd, geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt, bedraagt het tarief, bedoeld in het eerste lid, ten hoogste € 240,-. (Zie T5)

Artikel 5a
  1. De bedragen, genoemd in artikel 5, worden met ingang van 1 januari 2020 ieder jaar per 1 januari aangepast overeenkomstig de ontwikkeling van de consumentenprijsindex voor het kalenderjaar waarop de aanpassing betrekking heeft ten opzichte van deze index in het voorafgaande jaar.

  2. De ontwikkeling van de consumentenprijsindex, bedoeld in het vorige lid, is de ontwikkeling van de geharmoniseerde consumentenprijsindex zoals deze blijkt uit de door het CPB laatst uitgebrachte publicatie voor 1 april van het jaar dat vooraf gaat aan het jaar waarop de aanpassing, bedoeld in het vorige lid betrekking heeft.

  3. De bedragen die voor enig jaar volgen uit de toepassing van het eerste lid, worden daarna naar boven afgerond op gehele euro’s nauwkeurig.

  4. Het bestuur maakt ieder jaar zo spoedig mogelijk na 1 april de bedragen bekend die voortvloeien uit de toepassing van het eerste tot en met het derde lid en vermeldt daarbij tevens de publicatie, bedoeld in het tweede lid, die aan de toepassing van deze leden ten grondslag is gelegd. (Zie T5a)

Artikel 6
  1. Deze verordening treedt in werking op de dag na plaatsing daarvan in de Staatscourant.

  2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de kennistoets. (Zie T6)

 

Regelgeving-technische informatie

Betreft

Artikel

Besluit

Goedkeuring

Bekendmaking

Inwerkingtreding

Nieuwe regeling

22-06-2015

15-09-2015 (2015- 0000009425)

Stcrt. 2015, 31704

29-9-2015

Wijziging

5a

17-06-2019

15-7-2019

Stcrt. 2019, 41050

1-1-2020

Wijziging

1

13-12-2021

Nvt

Stcrt. 2021, 50102

1-1-2022