Na intensief overleg met Kamerleden en koepel- en belangenorganisaties heeft het Ministerie van Financiën toch begin 2023 de massaalbezwaarplusprocedure ingesteld voor de groep niet-bezwaarmakers. Bij de massaalbezwaarplusprocedure (MB+-procedure) staat dus – op hoofdlijnen – de rechtsvraag centraal of ook aan de niet-bezwaarmakers over de jaren 2017 tot en met 2020 rechtsherstel voor de forfaitaire heffing in box 3 moet worden geboden. Het ministerie overlegt sindsdien met regelmaat met de koepel- en belangenorganisaties over onder meer de massaalbezwaarplusprocedure.

Beroepschriften ingediend

In gezamenlijk overleg met het Ministerie van Financiën zijn vier proefprocedures voor de massaalbezwaarplusprocedure geselecteerd die door verschillende rechtbanken worden behandeld. Daarbij is, om zo snel mogelijk duidelijk te verkrijgen over de beantwoording van de rechtsvragen, afgesproken dat de rechtbanken in eerste aanleg verzocht zullen worden om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Mochten de rechtbanken daartoe niet overgaan, dan zijn het ministerie en de betrokken koepel- en belangenorganisaties voornemens om na een uitspraak van de rechtbank sprongcassatie in te stellen bij de Hoge Raad. Bij sprongcassatie wordt de gang naar het gerechtshof overgeslagen. Maar die beslissingen zijn aan de vier rechters en de Hoge Raad. Inmiddels zijn de proefprocedures in de fase dat de beroepschriften zijn ingediend. Het zal naar verwachting wel een jaar duren voordat de eerste uitspraken door de rechtbanken worden gedaan.

Ook rechtsherstel?

Mocht de Hoge Raad in de MB+-procedure oordelen dat de niet-bezwaarmakers toch recht hebben op rechtsherstel, dan komen zij in aanmerking voor rechtsherstel voor de jaren 2017-2020.

Let op! Belastingplichtigen en hun adviseurs hoeven, zoals in eerdere berichtgeving met regelmaat gemeld, gedurende de massaalbezwaarplusprocedure dus niets te doen.

De NBA zal blijven informeren over het verdere verloop van de massaalbezwaarplusprocedure.